49% van de Spanjaarden spaart niet voor hun pensioen, en van hen zegt 56% dat ze dat op een gegeven moment wel willen gaan doen. Dat blijkt uit de IVe pan-Europese enquête over pensioenvoorzieningen van Insurance Europe, die dinsdag (23-12-2025) is gepubliceerd en bekendgemaakt door de verzekeringsvereniging Unespa.
De enquête werd tussen juli en augustus 2025 gehouden onder meer dan 12.700 consumenten in 12 Europese landen, waaronder Spanje, en toont aan dat 25% van de Spaanse respondenten een individueel pensioenplan heeft, zes procentpunten onder het Europese gemiddelde.
Spanjaarden sparen het minst via een bedrijfspensioenregeling, namelijk 15% tegenover 28% van de Europeanen. In een persbericht benadrukt Unespa de rol van financiële adviseurs, aangezien 28% van de Spanjaarden die zijn begonnen met sparen voor hun pensioen dit heeft gedaan na overleg met een deskundige, en 22% via bedrijfspensioenregelingen.
26% deed dit op aanraden van vrienden of sociale netwerken, 20% vanwege een pensioentrackingsysteem (pension tracking systems) en slechts 3% vanwege een publieke bewustmakingscampagne.
De meeste Spaanse spaarders houden hun bijdragen aan pensioenregelingen stabiel (65 %), terwijl 16 % ze het afgelopen jaar heeft verhoogd, 9 % ze heeft verlaagd en 4 % hun pensioenregeling heeft opgezegd.
Spaanse spaarders geven overwegend de voorkeur aan veilige producten, en 78 % geeft de voorkeur aan producten die ten minste de terugbetaling van het geïnvesteerde kapitaal garanderen, tegenover 81 % in het Europese gemiddelde.
Slechts 22 % kiest voor producten met een hoger rendementspotentieel, ook al gaan deze gepaard met een hoger risico, wat volgens het communiqué iets boven het Europese gemiddelde ligt.
Wat de uitbetalingsvormen betreft, geeft 44 % van de Spanjaarden de voorkeur aan een lijfrente, 30 % aan een eenmalige uitkering, 11 % kiest ervoor om af en toe geld op te nemen terwijl het geld belegd blijft, en 15 % kiest voor een combinatie van alle opties.
De gemiddelde Spaanse spaarder is optimistischer dan het Europese gemiddelde, aangezien hij verwacht gemiddeld 61 % van zijn laatste salaris te ontvangen via staatspensioenen en bedrijfspensioenen, tegenover 53 % in het Europese gemiddelde. Mannen ouder dan 51 jaar zijn in dit opzicht bijzonder optimistisch, aangezien het percentage stijgt tot 71 % en daarmee ver boven dat van vrouwen en jongeren ligt.
Slechts 13% van de respondenten denkt echter dat het staatspensioen voldoende zal zijn om hun levensstandaard na hun pensionering te handhaven, en 53% denkt dat ze extra spaargeld nodig zullen hebben, wat onder het Europese gemiddelde van 58% ligt.
Bron: agentschappen





